De kerk biedt door haar vloeroppervlakte van circa 318 m² en hoogte van circa

10 m. in het middenschip veel mogelijkheden.

De kerk is ontworpen door architect Carl Weber.  De kerk van Puiflijk sluit de rij van hallekerken van Weber en daarmee de periode van zijn vroege werk af. Hij paste bij deze kerk voor het eerst gewelven van steen toe (IJsselsteentjes). Naast de kerk van Puiflijk zijn verder nog alleen Webers hallekerken in Vijlen (Limburg) en Bergeyck "'t Loo" (Noord Brabant) redelijk bewaard gebleven. De overige zijn gesloopt of sterk verbouwd.

Binnen de gemeentegrenzen van Druten bouwde Weber nog een kerk, namelijk Afferden, die tot zijn late werk (de tijd van de Koepelkerken) behoort, waarbij hij romaanse elementen combineerde met gotische vormen.

 

Plattegrond en opbouw:

De kerk heeft een driebeukig schip van drie tarveeën met steunbeuren. Tegen het middenschip is een toren geplaatst op een vierkante basis. De toren wordt op de noord-west hoek geflankeerd door een vijfzijdige traptoren. Tussen de traptoren en de sluitgevel van de noorderzijbeuk is een rechthoekige doopkapel tegen de noordwand van de toren gebouwd. Op het schip sluit een viering en een nauwelijks uitspringend pseudotransept aan met op de hoeken overhoeks geplaatste steunberen. Op de viering sluit weer een eenbeukig koor aan bestaande uit een koortravee en een driezijdige sluiting met steunberen. De koortravee wordt aan de zuid- en noordzijde geflankeerd door een rechthoekige nevenruimte (sacristie en bergplaats).

De kerk is opgetrokken in baksteen in kruisverband met natuurstenen